"Man met het hoedje Abrini is niet het monster dat ze van hem maken"
De advocate van Mohamed Abrini, de man met het hoedje tijdens de terreuraanslag op de luchthaven van Zaventem, vraagt de jury hem schuldig te verklaren. Maar ze benadrukt dat de beschuldigde niet het monster is dat het parket van hem wil maken.
Abrini is niet het “bloeddorstige monster”, “de harde kern van de terreurcel” of de “bommenmaker” dat het federaal parket van hem maakt. Dat zei zijn advocate Laura Pinilla dinsdag op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.
“We rechtvaardigen niet hetgeen niet te rechtvaardigen valt. We excuseren niet hetgeen niet te excuseren valt”, zei Pinilla dinsdagvoormiddag aan het einde van haar pleidooi. “Natuurlijk” was het Mohamed Abrini die zijn karretje voortduwde in de luchthaven van Zaventem en draagt hij verantwoordelijkheid, zei ze. De verdediging vroeg daarom niet om zijn vrijspraak. Wel richtte Pinilla zich in haar pleidooi tegen enkele “ongefundeerde” zaken, die hem een “nog groter pak aanmeten dan dat hij al aan heeft”.
Abrini met karretje explosieven op Brussels Airport
Uiteindelijk liet Abrini zijn karretje met explosieven niet ontploffen tijdens de terreuraanslagen van 22 maart 2016 in de luchthaven van Zaventem. Hij vluchtte weg, net zoals zijn kompaan Osama Krayem die op de metro in Brussel in extremis besloot zich niet op te blazen. Krayem was op 22 maart 2016 met een rugzak vol explosieven onderweg naar de metro, samen met Khalid El Bakraoui. Maar net als Abrini besliste hij uiteindelijk om zich toch niet op te blazen.
In totaal kwamen bij de terreuraanslagen in Zaventem en metro Maalbeek 35 mensen om het leven. Zo'n 340 mensen raakten gewond. De daders waren teruggekeerde Syriëstrijders, verbonden aan terreurgroep IS. Het proces is volop aan de gang en een strafmaat kan na de zomer verwacht worden.
(Skwadra by Tagtik/Illustration picture: Unsplash)