Sinner: “Ik blijf in het moment”
Na zijn tweede Masters 1000-titel in Miami wil de Italiaan Jannik Sinner gewoon genieten van het moment. Over een paar dagen is het tijd voor andere dingen, met name het gravelseizoen.
Daniil Medvedev zei onlangs dat jij en Carlos Alcaraz de spelers zouden zijn die in de nabije toekomst de meeste titels zouden winnen. Wat betekent dat voor jou?
Het betekent veel voor me. Tegelijkertijd heb ik nog veel te bewijzen. Ik ben het seizoen heel goed begonnen, ik had echt niet gedacht dat het zo zou lopen. Maar ik blijf in het moment. Wat gebeurd is, is gebeurd en elk toernooi is een nieuwe kans. Zo zie ik het. Ik heb een geweldig team dat me steunt. We weten wat we moeten verbeteren. Nu komt het gravelseizoen eraan en dat is meestal moeilijk voor me. We zullen zien hoe het dit jaar gaat. Natuurlijk geniet ik op dit moment van mijn leven. Ik speel veel wedstrijden en ik heb drie toernooien gewonnen. Dat betekent veel voor me. Maar aan de andere kant moeten we over drie of vier dagen weer beginnen met trainen en proberen beter te worden.
Je had het over je moeilijkheden op gravel. Heb je bepaalde doelen dit seizoen?
Ten eerste hebben we niet veel tijd om ons aan te passen aan de ondergrond. Voor Monte Carlo beginnen we, denk ik, donderdag met trainen. Dat geeft ons amper een week om ons aan te passen. Er zijn vaak verrassingen in Monte Carlo, dus we zullen zien wat er dit jaar gebeurt. Het hoofddoel is natuurlijk de French Open. Maar daarvoor is Rome, een heel belangrijk toernooi voor mij, en met het publiek achter me is dat altijd speciaal. Maar ik ben daar ontspannen over. Ik heb het gevoel dat ik vorig jaar veel heb geleerd over wat ik beter kan doen. Fysiek ben ik beter in vorm dan vorig jaar en dat is belangrijk op gravel. We zullen zien wat er gebeurt.
Je vertelde hoe moeilijk het was om je ouders te verlaten toen je 13 was. Ze werkten nog steeds en waren niet in Miami. Mis je dat?
Zij leven hun leven en ik het mijne. Mijn vader was in Indian Wells. Er zijn een paar toernooien waar ze zouden kunnen komen. Monte Carlo waarschijnlijk. Rome en Wenen ook. En de Masters in Turijn, als ik me kwalificeer. Maar dat is het wel zo’n beetje. Ze reizen niet veel. En mijn grootouders zijn niet jong meer en ze willen dicht bij hen blijven, ik ken ze. Ze wonen op een prachtige plek en ze hebben een goed leven. Natuurlijk mis ik ze. Ik heb niet veel tijd met ze doorgebracht. Ik hoop dat ik dat in de toekomst goed kan maken, maar het belangrijkste is dat zij gelukkig zijn. Ik ben gelukkig en als zij weten dat ik gelukkig ben, zijn zij ook gelukkig. Dus alles is goed.
(Bertrand Lagacherie/L’Équipe via Tagtik/Pic : L'Equipe)