Consumptie

We horen en lezen het overal als besparing op de energiefactuur: zet de verwarming lager! Maar hoe stel je nu je thermostaat in als je de ganse dag weg bent?

Op Radio 2 gingen ze hun licht opsteken bij het Vlaams Energieagentschap, de ATTB (Associatie voor de Thermische Technieken van België vzw) en Bouwunie (de Unie van KMO-bouwbedrijven). Luc Dedeyne, architect en energieconsulent voor de Bond van Vlaamse Architecten en het Nationaal Architectenverbond zet alles op een rij.

Als je niet thuis bent
Een temperatuur die laag genoeg is om weinig te moeten stoken en hoog genoeg om condensatie te vermijden is 14 graden. De huizen zijn tegenwoordig trouwens goed geïsoleerd. Als het te koud wordt in huis zou de binnenlucht dreigen te condenseren op de koude ramen en muren. In goed geïsoleerde huizen zal het bovendien een hele tijd duren voor het effectief 14 graden wordt in huis.

Een verwarmingsketel heeft een hoger rendement als hij in één keer het huis moet opwarmen (van 14 naar 18 of 19 graden), dan als hij telkens het huis een graadje moet opwarmen. Het verschil kan tot 10% oplopen.

Nachttemperatuur
Je thermostaat ’s nachts op 18 of 19 graden laten staan heeft niet veel zin. Stel hem beter in op 16 graden. De ketel zal wellicht niet aanslaan omdat het weinig waarschijnlijk is dat je huis in één nacht zoveel zal afkoelen. Woon je in een rijwoning, dan verwarm je het huis ook via de buren. De aanpalende leefruimtes koelen daardoor ook niet zo snel af als in een open of halfopen bebouwing.

Om je huis ’s ochtends op relatief korte tijd terug op te warmen, is 16 graden een goede minimumtemperatuur.
Is je huis minder goed geïsoleerd en koelt het ’s nachts wat meer af, dan zal het ’s ochtends langer duren om de leefruimtes comfortabel warm te houden. Niet alleen de lucht moet dan opgewarmd worden, maar ook bv. de meubels. Wanneer deze ’s ochtends nog niet mee opgewarmd zijn, krijg je koudestraling. Deze straling zorgt er weer voor dat je je thermostaat misschien wat hoger zal zetten dan die 18 of 19 graden. En dit betekent ook meer verbruik.

Comforttemperatuur als je thuis bent
Deze comforttemperatuur is afhankelijk van enkele factoren:
-jezelf: voor de ene mens is 18 graden een goede comforttemperatuur, terwijl dit voor iemand anders 23 graden is. Met de huidige energieprijzen grijp je in dit laatste geval beter naar een dikke trui!
-de ruimte: in een woonkamer met veel glaspartijen kan 18 graden minder comfortabel aanvoelen dan dezelfde temperatuur in een ruimte waar minder of geen glaspartijen zijn of de overgordijnen gesloten zijn. Dit komt onder andere door de koudestraling van de glaspartijen. Zo zal ook een kleine en lage ruimte sneller comfortabel aanvoelen dan grote en hoge ruimtes. Ook de luchtvochtigheid speelt een rol voor de gevoelstemperatuur.

(Skwadra by Tagtik/Illustration picture: Pixabay)