Consumptie

De zomersolden komen er aan! Hier en daar zie je al de koppelverkoop. We hebben de neiging om bij kortingen van -30%, -50% … -70% nogal snel overstag te gaan. Maar is dit wel een goed idee voor onze portemonnee?

De échte prijs van een kledingstuk wordt echter niet bepaald door het getal aan de kassa, maar wel door de ‘cost per wear’ (=CPW-waarde). Hou vanaf nu bij je aankoop (met korting) altijd de cost per wear in het achterhoofd. Het principe is eenvoudig: je toetst af of een prijs de aankoop waard is, aan de hand van hoe vaak je het stuk zult dragen. Deel de prijs van je aankoop door het aantal keer dat je het echt draagt. Dat is dan de werkelijke waarde. Koop je bijvoorbeeld een paar schoenen van 200 euro die je dagelijks draagt van pakweg januari tot juli (ongeveer 180 dagen), dan is de cost to wear 1,1 euro per keer. Zo een aankoop is dus zeker de moeite waard. Koop je een jurk van 150 euro die je enkel zal dragen op die 2 feestjes, dan zit je aan een CPW van 75 euro per keer. Een even dure jurk die je ’s zomers op zichzelf kan dragen, ’s winters gecombineerd met een truitje en daardoor alle seizoenen aantrekt? Prima investering. Kortom: wil je een goede CPW-waarde, dan moet je bewust shoppen. Het is tevens dé ideale truc om knopen door te hakken!

Kortom, volg voortaan dit CPW-plannetje:
-past jouw nieuwe aankoop binnen je garderobe? Past het binnen je kleurenpalet? Is het trendgebonden of zal je het jarenlang dragen?
-maak een ruwe inschatting van de CPW
-zijn er onzichtbare kosten? Moet het nog ingekort worden? Moet het naar de stomerij? …
-bereken: heeft het een lage CPW-waarde? Ga ervoor! Heeft het een hoge CPW-waarde? Laten liggen!

(Skwadra by Tagtik/Illustration picture: Unsplash)