Consumptie

Je kent het ‘fenomeen’ wellicht: die verschrikkelijke drang om tussen twee maaltijden een wafeltje te eten, een zakje chips, die lekkere snack … Maar de vraag is of je eraan toegeeft? En hoe maak je het verschil tussen honger en goesting? Nicolas Guggenbühl, professor Voeding en Diëtiek aan de Da Vinci-hogeschool: “Door naar jezelf te luisteren”.

Waarom krijgen we zin in iets lekkers?
Dit ligt aan de ups en downs van het suikergehalte in ons bloed (de bloedsuikerspiegel). Wanneer we bijvoorbeeld bij het ontbijt zoet eten, dan schiet onze bloedsuikerspiegel de hoogte in. Als reactie op deze ‘piek’ en om de dingen onder controle te houden, maakt ons lichaam een massa insuline aan. Gevolg: onze bloedsuikerspiegel gaat pijlsnel omlaag waardoor we weer hunkeren naar iets zoet. En zo komen we in een vicieuze cirkel.

Hoe geraken we uit die vicieuze cirkel?
Door meer (van bepaalde dingen) te eten, maar minder vaak. Weet dat een goed samengestelde maaltijd je bloedsuikerspiegel minder snel doet stijgen. Hierdoor krijgen we ook minder snel zin in allerhande snacks.

Wat als de goesting toch toeslaat?
Belangrijk is om jezelf de vraag te stellen: is het echt honger of eerder vermoeidheid of verveling?
Als de voorafgaande maaltijd je genoeg verzadigde, kan je lichaam het zonder problemen 6 à 7 uur ‘volhouden’. Dus: maak je geen zorgen, drink een glas water en wacht gewoon tot je snoepdrang voorbijgaat! Je zal niet bezwijken want je lichaam is perfect in staat om zelf de bloedsuikerspiegel te verhogen.

(Skwadra by Tagtik/Illustration picture: Pixabay)