België: de zwakke schakel in het anti-terrorisme-beleid in Europa?
De moord op twee Zweden in het centrum van Brussel, een week geleden, en de claim van de moordenaar in naam van de Islamitische Staat, doen een oude vraag herleven: is België de achilleshiel van de antiterrorismebestrijding in Europa?
Is Brussel ondanks zichzelf nog steeds een soort hoofdstad van het islamitisch terrorisme in Europa? Deze beschuldiging is zeker niet nieuw. Sinds de aanslagen in Parijs in november 2015, waarbij commando’s uit Brussel onder leiding van de Belgisch-Marokkaan Abelhamid Abbaoud terreur zaaiden in de lichtstad, zijn de Belgische hoofdstad (en de gemeente Molenbeek) zeer populaire plekken geworden in de werkwijze van geradicaliseerde terroristen op het Oude Continent.
De trieste reputatie van Brussel is duidelijk weer op de voorgrond gekomen na de moord op twee Zweedse burgers in het centrum van de Belgische hoofdstad.
Abdesalem Lassoued, “een man van Tunesische afkomst die illegaal in België verbleef” heeft volgens de Belgische premier Alexander De Croo niet alleen onschuldige mensen vermoord. Hij benadrukte ook de tekortkomingen in het Belgische veiligheidssysteem, waarvan het komende onderzoek ongetwijfeld de omvang ervan aan het licht zal brengen en waarvan het aftreden van de minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne, ongetwijfeld slechts het topje van de ijsberg is.
Dit omdat er veel fouten werden gemaakt. Hoe komt het dat Abdesalem Lassoued, veroordeeld voor poging tot moord in Tunesië, bekend om zijn radicalisme en onderworpen aan een uitleveringsverzoek, op maandag 16 oktober nog steeds in België verbleef? Hoe heeft de Belgische politie het Interpol-rapport over de toekomstige terrorist, gelanceerd op verzoek van Tunesië, gemist?
Hoe kon het uitleveringsverzoek van Lassoued, ingediend door datzelfde Tunesië op 15 augustus 2022 en twee weken later door de FOD Justitie doorgestuurd naar het parket van Brussel, niet in behandeling worden genomen? Waarom heeft de bevoegde magistraat niet gereageerd op dit uitleveringsverzoek?
Waarom werd de toekomstige Tunesische terrorist, die zich in een onregelmatige situatie bevond, niet nauwlettender in de gaten gehouden door de inlichtingendiensten? Had hij lokale connecties, naast de connecties die zijn onthuld met een persoon uit Nantes?
Zoveel vragen die op zijn minst gedeeltelijk onbeantwoord blijven.
De geschiedenis herhaalt zich al te vaak: de plaats waar de twee Zweedse supporters werden neergeschoten ligt op slechts 50 meter van de grens tussen Brussel Stad en Molenbeek, de stad waar verschillende daders van de aanslagen vandaan kwamen vanuit Parijs in 2015, en waar het ‘Made in Belgium’-jihadisme wortelde, zonder de cel van Verviers 120 km verderop te vergeten...
Natuurlijk was Lassoued geen Belgische 'inwoner' en niets verbindt hem echt met deze Brusselse wijken, waar salafistische netwerken de afgelopen jaren tot bloei zijn gekomen, waarbij ze vaak misbruik maakten van de clementie die gepaard ging met cliëntelisme van de lokale autoriteiten.
Maar België en Zweden, zo blijkt uit de carrière van Lassoued, zijn twee landen waar tekortkomingen in de wetgeving, een gebrek aan organisatie en een slechte informatiecirculatie gemakkelijk worden uitgebuit door geradicaliseerde en vastberaden individuen.
Ook al is de actie van Lassoued per definitie onvoorspelbaar, toch zou België er goed aan doen de tijd te nemen om zichzelf en zijn schrijnende tekortkomingen in de ogen te kijken.
Eén minister nam alvast ontslag, maar een hele organisatie moet worden herzien...
(Skwadra and LpR by Tagtik/Picture: Unsplash)