Motorsport

Dit weekend moet voor F1-baas Bernie Ecclestone een nieuwe triomf worden. Met India boort de F1 een nieuwe, grote markt aan. Het vormt een onderdeel van de mondialisering die in de voorbije jaren met wisselend succes al Zuid-Korea en China aandeed en vanaf volgend jaar ook opnieuw de F1 naar de Verenigde Staten moet brengen. Het nieuwe circuit van 280 miljoen euro doet de piloten denken aan dat van Suzuka en Franchorchamps, twee van hun meest favoriete circuits. Het contrast tussen het circuit en de omgeving is erg groot. Dat ondervond ook Jérôme D'Ambrosio al: "'Ja, het is anders. De dingen die je hier ziet, hou je niet voor mogelijk. Een man met een aap op de rug, met vier op een brommertje, hotelwachters op een olifant, ik keek mijn ogen uit." D'Ambrosio was wel al vertrouwd met het circuit door de trainingssessies in de simulator bij McLaren: "In onze samenwerkingsovereenkomst met McLaren staat een vertrouwelijkheidsclausule. Ik mag je zeggen dat ik er geweest ben, maar meer niet. Het was alvast nuttig op voorhand te weten hoe de omloop draait en keert." Toch maakte onze landgenoot op een harde manier kennis met het Buddh International Circuit: in de tweede oefensessie knalde hij met 200 km per uur tegen een muurtje. Hij bleef ongedeerd en ook zijn Virgin was enkel achteraan geraakt. Wellicht is dit toch een deuk in zijn vertrouwen en bovendien komt dit niet op een goed moment: de toekomst van D'Ambrosio in de F1 blijft heel onzeker. (DC/Picture: Belga)